Artikel 1: Kunnen, bij unanieme beslissing van het Bureau van de Universitaire Stichting, als lid van de Club worden toegelaten:
Als Gewone leden
a) de leden van de Raad van Bestuur en van de Wetenschappelijke Commissies van de Universitaire Stichting, van het Francqui-Fonds, van de Belgian American Educational Foundation, Inc. en van de Stichting Fernand Lazard;
b) de leden van het academisch en wetenschappelijk personeel van de Belgische instellingen voor universitair onderwijs;
c) de leden van de Belgische Academiën voor Wetenschappen, voor Letteren, voor Schone Kunsten, voor Geneeskunde en voor Talen, alsmede van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen.
Als Aangesloten leden
a) de Diplomaten met standplaats in België;
b) de in functie zijnde Ministers (van de Federale Regering en van de Regeringen van de Gemeenschappen en de Gewesten) en de Ministers van Staat van het Koninkrijk België;
c) de leden van de Federale Parlementen en de Parlementen van de Gewesten en de Gemeenschappen;
d) de Hogere Ambtenaren van de Federale Ministeries en van de Ministeries van de Gemeenschappen en de Gewesten;
e) de Hoofden van de Wetenschappelijke Instellingen van de Federale Staat, van de Gemeenschappen en de Gewesten;
f) de Commissarissen, Directeuren-Generaal en Directeuren van de Europese Gemeenschap;
g) de Hoogleraren en Docenten van de buitenlandse instellingen voor universitair onderwijs;
h) de Directeuren en Hoofdconservatoren van de grote Belgische en buitenlandse wetenschappelijke instituten;
i) de leden van de Nationale Academiën van het buitenland;
j) de Secretaris-Generaal en de Hogere Ambtenaren van het “Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen” en van het “Fonds National de la Recherche Scientifique”, van de “Vlaamse Interuniversitaire Raad”, de “Conseil des Recteurs francophones” en de “Conseil Interuniversitaire francophone”;
k) de leden van de Raden en van de Directiecomités van het “Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen”, van het “Fonds National de la Recherche Scientifique”, van het “Fonds voor Geneeskundig Wetenschappelijk Onderzoek”, van het “IWT“, van het “FRIA“, van de “Kring der Alumni van de Stichting”, van de “Federale Raad voor Wetenschapsbeleid”, van de Raden van Wetenschapsbeleid van de Gemeenschappen en de Gewesten, van de “Stichting Administratie-Universiteit”, van de “Vlaamse Interuniversitaire Raad”, van de “Conseil des Recteurs francophones” en van de “Conseil Interuniversitaire francophone”;
l) de andere personaliteiten aanvaard door het Bureau.
De externe leden van de Raad van Bestuur, van de Raad van Advies of van soortgelijke organen bij de universiteiten kunnen, voor de duur van hun mandaat, lid worden van de Club van de Universitaire Stichting met dezelfde jaarlijkse bijdrage als de gewone leden. Het Bureau beslist over de aanvragen.
De Alumni van de Belgian American Educational Foundation kunnen lid worden van de Club van de Universitaire Stichting met dezelfde jaarlijkse bijdrage als de gewone leden.
Partners van overleden leden van de Club van de Universitaire Stichting kunnen lid worden van de Club van de Universitaire Stichting in hetzelfde statuut als de overleden partner (en de overeenkomstige jaarlijkse bijdrage betalen) onder volgende voorwaarden:
- het overleden lid was minstens de laatste 10 jaar voor het overlijden lid van de Club van de Universitaire Stichting,
- de overleden partner was gedurende die periode vaste partner van het overleden lid.
Artikel 2: Het Bureau van de Universitaire Stichting stelt het huishoudelijk reglement van de Club vast en zorgt voor de naleving ervan.
Artikel 3: De gewone leden en de aangesloten leden dienen een jaarlijkse bijdrage te betalen waarvan het bedrag bepaald wordt door het Bureau van de Universitaire Stichting.
Artikel 4: Het hotel en de salons van de Club zijn alle dagen open, zon- en feestdagen inbegrepen, uitgezonderd de jaarlijkse sluitingsperiodes.
Het restaurant is, behoudens uitzondering, toegankelijk van 12 tot 14.30 uur op al de werkdagen.
Uitsluitend de leden van de Club zijn gerechtigd met hun gasten gebruik te maken van de lokalen van de Club.
Artikel 5: Het is verboden tijdschriften, kranten of boeken weg te nemen. Deze kunnen in een daartoe ingerichte zaal worden ingezien.
Artikel 6: Voor de besprekingen mogen de salons van de Club in geen geval gebruikt worden in plaats van de vergaderzalen die de Stichting ter beschikking stelt van de wetenschappelijke genootschappen en van de leden.
Artikel 7: De Club stelt geen ander lokaal dan een vestiaire ter beschikking van zijn leden voor de bewaring van hun reisgoed. In de lokalen van de Stichting worden geen dieren toegelaten.
Artikel 8: De Club wijst alle verantwoordelijkheid af wat betreft de voorwerpen van waarde die de leden van de Club en andere bezoekers in de lokalen, in de vestiaire of in hun kamers achterlaten.
Artikel 9: De wegens het huren van kamers aan de Club verschuldigde sommen moeten de dag van het vertrek betaald worden.
Artikel 10: Elke aan het meubilair van de Club aangebrachte schade wordt hersteld op kosten van het lid dat ze heeft aangericht.
Artikel 11: De leden worden verzocht persoonlijk bij te dragen tot het doen naleven van de ordemaatregelen. Bij ernstig misbruik of overtreding van de reglementen kunnen leden worden uitgesloten.
Artikel 12: Bij besluit van het Bureau van de Universitaire Stichting mogen vergaderzalen ter beschikking gesteld worden van:
a) leden van de Club;
b) organismen die met de Stichting in nauw verband staan;
c) instellingen voor hoger onderwijs en voor wetenschappelijk onderzoek;
d) wetenschappelijke genootschappen;
e) verenigingen waarvan de wetenschappelijke waarde blijkt uit hun publicaties of activiteiten.
Deze vergaderzalen worden in principe in dienst gesteld voor het ontwikkelen van wetenschappelijke of academische activiteiten. Elke uitzondering op deze regel moet door het Bureau goedgekeurd worden.
Artikel 13: De personen die er ten volle toe gemachtigd zijn de zalen van de Stichting te gebruiken, moeten zorg dragen voor de lokalen en het meubilair.
Artikel 14: Het bedrag van de bijdrage in de kosten voor het gebruik van vergaderzalen wordt ter kennis gebracht van de betrokken genootschappen en instellingen. Deze som wordt betaald zodra hun aanvraag is ingewilligd.
Artikel 15: Niemand onder de tot een voordracht uitgenodigde personen wordt tot de lokalen van de Club toegelaten, tenzij hij zich in de door het reglement voorgeschreven voorwaarden bevindt.
Artikel 16: De machtiging tot het beschikken over de zalen van de Stichting kan de wetenschappelijke genootschappen en instellingen wegens niet-naleving van bovenstaand reglement worden onttrokken.